Wisselen: hoe vaak, wanneer, wie?
- Gegevens
- 18 September 2014
- - Via KNVB
Omdat er ten opzichte van vorig seizoen wel iets is gewijzigd met betrekking tot het wisselen, is het goed om een en ander nog eens op een rijtje te zetten.
Jeugdvoetbal
Bij wedstrijden van de A-, B- en C-junioren in de categorie A zijn maximaal vijf wisselspelers (inclusief de doelman) toegestaan. Een speler die eenmaal is gewisseld mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd.
Bij wedstrijden van de A-, B- en C-junioren in de categorie B is het doorlopend wisselen van maximaal vijf wisselspelers toegestaan. Dat betekent dat hier een eenmaal gewisselde speler weer terug mag in het veld.
Bij wedstrijden in het gehele pupillenvoetbal (categorie A en B) en bij de meisjes is het doorlopend wisselen van maximaal vijf wisselspelers toegestaan. Dat betekent dat hier een eenmaal gewisselde speler weer terug mag in het veld.
De categorieën en de wissels
Categorie A: junioren eredivisie t/m 1e klasse 5 wisselspelers
Categorie B: junioren 2e en 3e en 4e klasse 5 wisselspelers + doorwisselen
Categorie A: pupillen 1e en 2e divisie en hoofdklasse 5 wisselspelers + doorwisselen
Categorie B: pupillen 1e en 2e en 3e klasse 5 wisselspelers + doorwisselen
Categorie B: meisjes junioren alle klassen 5 wisselspelers + doorwisselen
Senioren
Mannen reservevoetbal categorie A / vrouwen 3e klasse categorie A
In het reservevoetbal categorie A mannen senioren en categorie A vrouwen 3e klasse mogen per wedstrijd 5 wisselspelers worden ingezet.
Let wel: niet doorwisselen; een speler die eenmaal is gewisseld mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd.